Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
11 december 2013
Duurzaam hout in de praktijk – Deel 2
Dit interview met Robert Koolen (Heijmans Vastgoed) is de tweede uit een serie interviews over de praktische toepassing van duurzaam geproduceerd hout.

De NEPROM streeft naar toepassing van duurzaam geproduceerd hout in alle bouwprojecten. Dit moet in 2015 resulteren in (bijna) 100% duurzaam hout in 80% van de bouwprojecten van NEPROM-leden. Hoe staat het eind 2013 met deze ambitie? Hoe borgen en monitoren de koplopers dat er ook daadwerkelijk duurzaam hout in de alledaagse praktijk van de bouw wordt toegepast? En wat kunt u leren van hun ervaringen? De komende weken leest u erover in een serie van vier interviews met direct betrokkenen.

2. Heijmans – Robert Koolen, Directeur Strategie Heijmans Vastgoed en Woningbouw en Programmamanager Duurzaamheid

“Wij zijn zelf zowel FSC als PEFC gecertificeerd. We hebben voor deze stap gekozen omdat hout één van de grondstoffen in de bouw is die sterk onder druk staat”, zegt Robert Koolen.

Heijmans gebruikt sinds mei 2011 alleen FSC en PEFC-hout in haar bouwprojecten. “Door jezelf te certificeren, ben je van veel discussies af. Je bent namelijk onderdeel van de keten geworden. Als iemand van Heijmans belt met een houthandelaar, opdrachtgever of onderaannemer, weten ze allemaal: dat zijn die lui van duurzaam hout", aldus Koolen. Sterker, Heijmans doet alleen zaken met houthandelaren en timmerfabrieken met een FSC- en of PEFC-certificaat. Moeilijk is dat niet. “95 procent heeft een COC-nummer, waarmee wordt aangegeven dat ze onderdeel zijn van de keten in duurzaam hout.”

Overtuig de projectleiders dat ze vroeg bestellen om over voldoende gecertificeerd hout te beschikken, zegt Koolen. Goede voorlichting in het eigen bedrijf is minstens zo belangrijk. “Je moet zorgen dat de procedures op orde zijn en dat er informatie voor handen is, zoals de houtscout, die helpt bij het zoeken van de geschikte houtsoort voor kozijnen.”

Ook voorlichting aan de opdrachtgevers, zoals projectontwikkelaars is cruciaal. “In plaats van meranti voor te schrijven, kunnen ze veel beter een bepaalde duurzaamheidsklasse voorschrijven en de uitstraling die de kozijnen moeten hebben en om duurzaam hout vragen. Dat geeft bouwers meer vrijheidsgraden.” Als zij niet om gecertificeerd hout vragen, past Heijmans het toch toe en betaalt de meerkosten (vooral voor tropisch hout) uit eigen zak.
Volgens Koolen bieden de procedures die de certificering met zich meebrengen voldoende waarborg dat er daadwerkelijk duurzaam hout wordt toegepast. De bureaucratie valt best mee, vindt hij. “Het hoort bij de bouw tegenwoordig dat alles administratief op orde is”, zegt hij met gevoel voor understatement. “We kunnen met FSC- en PEFC-hout gemakkelijk aansluiten bij de ISO-9001 en ISO-14001 certificering voor kwaliteit en milieuzorg.”

Daarnaast bieden reguliere controles, interne kwaliteitsaudits en steekproeven voldoende soelaas, inclusief  het monitoringsysteem waarin de hoeveelheid toegepast hout wordt gerapporteerd. “Met dat laatste systeem, dat door een accountant wordt gecontroleerd, zijn we nu drie jaar bezig. Conform het Bouw- en Houtconvenant wordt het systeem nu verfijnd van totale kubieke meters gebruikt hout in trappen, kozijnen, plinten, plaatmateriaal. Steeds is het doel om de hoeveelheid FSC, PEFC, MTCS en overig hout in beeld te krijgen bij de partijen die samen tachtig procent van het hout leveren”, legt Koolen uit. “Op die manier maken we het systeem meer waterdicht en bevorderen we het gebruik van duurzaam hout.”

 

https://intern.neprom.nl/Nieuwsafbeeldingen/leden/Robert%20Koolen.jpg

Tags