Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
20 mei 2014
Terugblik DVDP-sessie "Snelheid en flexibiliteit in ruimtelijke procedures"
De afgelopen jaren is er veel veranderd in de mogelijkheden om projecten die niet passen in een bestemmingsplan toch te realiseren.

Verslag deelsessie 2.D – Snelheid en flexibiliteit in ruimtelijke procedures
Dag van de Projectontwikkeling - donderdag 15 mei 2014

De afgelopen jaren is er veel veranderd in de juridische mogelijkheden om projecten die niet passen in een bestemmingsplan te realiseren. In 2008 kwam de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en in 2010 de Crisis- en herstelwet en de Wabo. Hiermee zijn er verschillende mogelijkheden om een project te realiseren.

De verschillen tussen de procedures zijn echter groot. De keuze voor de verkeerde procedure kan zo maar leiden tot een jaar extra proceduretijd. Voor het ene project is snelheid van belang, voor het andere project is flexibiliteit nog belangrijker. Het is dan ook van belang om vooraf goed te weten welke procedure voor het betreffende project de meest geschikte procedure is. Daarin spelen ook gemeenten een belangrijke rol.

In deze sessie zijn de juridische mogelijkheden van en de verschillen (voor- en nadelen) tussen de verschillende procedures uiteengezet. Aan de hand van de praktijk in de gemeente Barneveld is aangegeven welke beleidskeuzes daar gemaakt zijn voor de verschillende procedures, waarom die keuzes gemaakt zijn en hoe de gemeente te werk gaat. Woningstichting Barneveld deelde als referent zijn ervaringen met de aanpak van de gemeente.

De gemeente Barneveld is ook een van de gemeenten die inmiddels beleid heeft opgesteld voor de coördinatieregeling en die ook actief gebruikt. De coördinatieregeling is een instrument waarmee snelheid en flexibiliteit goed samengaan en derhalve voor de praktijk zeer gewenst is, maar vooralsnog weinig wordt toegepast.

De sessie werd voorgezeten door Marcel Bayer, hoofdredacteur van ROmagazine, vakblad voor ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu. ROmagazine is mediapartner van de DVDP 2014. 

Werkwijze
Welke mogelijkheden zijn er om een project planologisch mogelijk te maken? Het blijft altijd zaak de juiste procedure bij het project te zoeken. Er wordt een trend gesignaleerd om meer vergunningvrij mogelijk te maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om (‘kleine’) uitbreidingen bij woningen. Daarnaast geldt bij slopen en op grond van het activiteitenbesluit, dat een melding (in veel gevallen maar niet altijd) volstaat.

Een vooroverleg is wettelijk niet verplicht, maar kan wel tijdswinst opleveren, mits het goed gestructureerd is en vormgegeven wordt. De gemeente Barneveld heeft daar een specifieke en interessante visie op. Daarover kunt u hieronder mee lezen onder het kopje ‘de Barneveldse aanpak’.

Tijdens de sessie zijn uitgebreid aan bod geweest: 1) de reguliere omgevingsvergunning voor bouwen (en kleine afwijkingen van het bestemmingsplan) inclusief ‘zogenoemde kruimelgevallen’; 2) de uitgebreide omgevingsvergunning voor bouwen en de afwijking van het bestemmingsplan (het projectafwijkingsbesluit); 3) het bestemmingsplan gevolgd door een reguliere omgevingsvergunning voor bouwen. Deze werd door sommigen als ‘de koninklijke weg’ beschouwd. En tot slot is heel kort het 3) projectuitvoeringsbesluit op grond van de Crisis- en herstelwet aan bod geweest. Dat is bij velen nog onbekend en dus onbemind.

Ervaringen die in de zaal werden gedeeld duidden erop dat het lastig is de gemeenteraad (op voorhand) te overtuigen van de nut en noodzaak van de toepassing en belanghebbenden (bezwaarmakers) gaan vanwege de toepassing van de procedure niet altijd anders tegen hun bedenkingen aankijken.   
De voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden zijn uitgebreid de revue gepasseerd. Zij hebben vaak te maken met doorlooptijd, rechtsbescherming, fasering en flexibiliteit.

Flexibiliteit in bestemmingsplannen kan gecreëerd worden door ruime gebruiksmogelijkheden in het bestemmingsplannen op te nemen. Te ruime bepalingen brengen soms ook weer te veel onzekerheid met zich mee waardoor niemand als eerste in het gebied aan de slag wil (omdat/zolang men niet weet wie de buurman wordt en wat de buurman gaat doen).

Daarnaast kan een uitwerkingsplicht of wijzigingsbevoegdheid oplossingen bieden. Soms is het maar de vraag of het plan dat je in gedachten hebt daar dan wel weer precies inpast (vaak ‘net niet’). Men kiest er daarom vaak liever voor een procedure voor een nieuw bestemmingsplan in werking te zetten.

De coördinatieregeling
Deze is vastgelegd in art. 3.30 – 3.32 Wro. Het is een procedure die ertoe leidt dat de procedures voor bestemmingsplan en vergunning gelijktijdig doorlopen worden. Het gaat om één procedure voor alle samenhangende besluiten. Er staat beroep in een instantie open tegen het (‘gebundelde’) besluit. Deelprojecten en faseringen blijven mogelijk.

De regeling vereist wel een heel grondige (en dus lange) voorbereiding. Het plan moet heel concreet en ver uitgewerkt zijn. Een besluit van de gemeenteraad is vereist. De raad kan ook voor categorieën van gevallen vaststellen waar deze procedure gevolgd wordt/kan worden. Een dergelijk algemeen besluit valt aan te bevelen. In de gemeente Barneveld is dat besluit genomen.

De Barneveldse aanpak
In Barneveld wordt een gulden middenweg bewandeld als het om flexibiliteit in bestemmingsplannen gaat. Zo zijn op sommige locaties bouwvakken losgelaten.

Bijzonder en uniek is dat in Barneveld met een zogenoemd planatelier wordt gewerkt. Mensen die een initiatief willen ontplooien, kunnen in een multidisciplinair team terecht van bijvoorbeeld stedenbouwkundige en specialisten van de gemeente op het gebied van geur, geluid, het bestemmingsplan etc. Binnen zeer korte tijd wordt duidelijk wat je wilt en wat mogelijk is. Vaak is er na een eerste gesprek al een visie op het project. Afhankelijk van hoe ingewikkeld en kansrijk het plan is, wordt het traject voortgezet. De ondernemer of burger houdt echter één contactpersoon bij de gemeente die ‘achter het loket’ de zaak stroomlijnt met collegae uit het planatelier. Doordat zij ook eerder bekend raken met elkaars (fragmentarische en gesegmenteerde) belangen en vakgebied, doorziet men eerder wat er mogelijk is. Er ontstaat daardoor een dynamiek waardoor men daadwerkelijk met de aanvrager mee gaat denken. 

Ten aanzien van de coördinatieregeling merkten zij nog het volgende op. De gemeente Barneveld en Woningstichting Barneveld vinden het een groot voordeel van de coördinatieregeling dat ook niet bouwkundigen een totaalbeeld krijgen en kunnen zien hoe het project wordt. Dat voorkomt bezwaren. Je neemt omwonenden makkelijker mee door een ‘totaalbeeld’ te presenteren. De tool werkt daarom efficiënt en snel.

Vanuit de zaal is bevestigend gereageerd op de stelling dat de coördinatieregeling het Ei van Columbus is en het eigenlijk zonde is als je hem niet gebruikt. Een aanrader dus.

Verantwoording
Dit is een verslag van de deelsessie ‘Snelheid en flexibiliteit in ruimtelijke procedures’ tijdens de dag van de projectontwikkeling op donderdag 15 mei 2014 in Den Bosch. Verslaglegging: Nicolette Zandvliet, NEPROM.

Foto: Jolmer de Goeij (gemeente Barneveld) Rudi Minkhorst (Poelman Van den Broek) en Marcel Bayer (ROMagazine) in gesprek voorafgaand aan de sessie. Fotograaf: Jean van Lingen

Sprekers

  • Rudi Minkhorst, Poelmann van den Broek advocaten
  • Aart de Kruijf, gemeente Barneveld (wethouder)
  • Jolmer de Goeij, gemeente Barneveld (senior jurist)
  • Koen Boersen, Woningstichting Barneveld

Meer lezen

https://intern.neprom.nl/Nieuwsafbeeldingen/events/dvdp%202014/deelsessie-2D-dvdp.jpg

Tags