Nieuws

 

​Op 15 november heeft de Hoge Raad in het Didam II-arrest meer duidelijkheid verschaft over hoe de overheid contractspartners mag selecteren bij vastgoedtransacties. De hoofdregel uit het eerdere Didam I-arrest blijft overeind: als er meerdere gegadigden zijn, of dit redelijkerwijs te verwachten is, moet de overheid vooraf een eerlijke kans bieden om mee te dingen.

Wat houdt de hoofdregel in?
De overheid moet objectieve, toetsbare en redelijke criteria opstellen om een partij te selecteren. Deze criteria mogen niet toegesneden zijn op een specifieke partij, maar er is wel veel beleidsvrijheid.

Wat verandert met het Didam II-arrest?
Het Didam II-arrest verduidelijkt een aantal zaken:

• Terugwerkende kracht
  De hoofdregel geldt ook voor overeenkomsten die vóór 26 november 2021 zijn gesloten.
• Rechtsgeldigheid van contracten
  Contracten en de uitvoering daarvan blijven geldig, ook als ze in strijd met de hoofdregel zijn gesloten, mits te goeder trouw gehandeld is.
• Onrechtmatig handelen
  Als de overheid de hoofdregel schendt, kan dat leiden tot een schadevergoedingsplicht.
• Kort geding
  Een verbod op het sluiten van een contract of levering kan alleen vooraf via een kort geding worden afgedwongen, niet achteraf.

Belangrijke aandachtspunten voor ontwikkelaars:

• Schadevergoedingsrisico's
  Let op of de overheid eventuele schadevergoedingsverplichtingen contractueel probeert door te leggen naar marktpartijen.
• Ongevraagde voorstellen
  Het indienen van unsolicited proposals bij de overheid blijft door de Didam-jurisprudentie lastig en wordt door deze uitspraak niet eenvoudiger.

Vervolg
NEPROM is positief over de grotere duidelijkheid en het verminderde risico dat voortvloeit uit de Didam-jurisprudentie. Tijdens de juridische commissievergadering op 10 december zal Manfred Fokkema (Infense Advocaten) verdere toelichting geven.

Meer informatie over het arrest vind je hier.