Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
22 mei 2018
Verstedelijking op menselijke maat
Verslag van het plenaire deel van de 7e Dag van de Projectontwikkeling die plaatsvond op 17 mei in Den Bosch, met als overkoepelend thema: ‘Thuis in de Toekomst’.

Een miljoen woningen bouwen. De bestaande voorraad van het gas afkoppelen en energie-optimaal maken. De aanhoudende verstedelijking in goede banen leiden en congestie vermijden. Met dit alles in gedachten klonk op het NEPROM-congres een welluidend pleidooi voor de menselijke maat en groei in functie van oude humanistische waarden.

Denk niet te technocratisch in termen van smart city en financial hub. De enorme kwantitatieve vraag moet kwalitatief beantwoord worden, daaraan committeren de marktpartijen zich middels de gepresenteerde ‘Routekaart voor duurzame verstedelijking’. Met als hardnekkigste knelpunten de koppeling met infra en mobiliteit en het behouden van de inclusieve stad. Voor de mega-opgave waarmee honderden miljarden euro’s gemoeid zijn, mag van het Rijk ook iets worden verwacht: minimaal 1 miljard per jaar is noodzakelijk.


Zingeving
Naast vakinhoud was de Dag van de Projectontwikkeling op 17 mei jl. voor een aanzienlijk deel gewijd aan horizonverbreding, motivatie en zingeving. De congrestitel 'Thuis in de Toekomst' appelleerde aan een hogere opdracht dan louter rendement maken op het stapelen van stenen. “Ons werk is pas af als mensen zich thuis voelen”, aldus NEPROM-directeur Jan Fokkema. Het oog richten op ‘de toekomst’ refereerde aan de gewenste toekomstbestendigheid, de duurzaamheid, van oplossingen.



Een van de bedreigingen van het thuisgevoel is de globalisering. De gevolgen daarvan zijn velerlei maar de vluchtelingenstroom richting Europa hoort daar beslist bij. Cabaretière Kiki Schippers opende het congres met een lied dat de zaal een spiegel voorhield: “Er spoelen mensen aan... Duw ze terug in de golven... We kijken naar de beelden, en daarna volgt reclame... Want wij zijn de vrijheid voorbij.”

De afgelopen 25 jaar zijn voor Nederland, Europa en het Westen als geheel een periode van ongeziene voorspoed geweest, aldus eerste keynotespreker Jonathan Holslag, docent Internationale Politiek (VUB), publicist en adviseur van eurocommissaris Frans Timmermans. We keren op dit moment terug naar ‘normaal’. Machtspolitiek en harde economische strijd zijn terug van weggeweest.

Kanteling machtsbalans
Geopolitiek zijn er unheimische ontwikkelingen gaande. “We zien een fundamentele kanteling van de machtsbalans weg van Europa en het Westen.” Economisch en dus ook politiek en militair levert het Westen in aan grootmacht China. Rusland is helemaal terug in het mondiale spel om de macht. Illustratief is de situatie in Syrië; het Westen raakte er de controle volledig kwijt. De hele aangesloten regio aan de Middellandse Zee van Syrië tot Marokko is economisch en politiek onstabiel, een potentiële brandhaard.

Een bedreiging ligt er ook op vlak van milieu en natuur. De ecologische schaarste blijft toenemen als gevolg van klimaatopwarming en bevolkingsgroei. Afrika koerst aan op een bevolkingsgroei van 1,5 miljard in 2050 terwijl het landbouwareaal en de landbouwproductie afnemen.

Economische groei maar minder ‘geluk’
Op economisch vlak zien we een fenomeen dat ernstig te denken geeft: de productiegroei vertaalt zich al een lange periode niet meer in groeiende koopkracht. Zelfs het aantal banen neemt niet significant toe. “De economische cake groeit maar zijn soortelijk gewicht neemt af.” Het aantal banen die ‘gelukkig maken’ vermindert. Grote call centra in anonieme ruimten zonder daglicht zijn hiervoor illustratief. Hoge werkdruk en gebrek aan waardering zorgen in China en Zuid-Korea voor toename van vereenzaming, burn-out en zelfmoord. Groei van het aantal banen die minder welbevinden opleveren, ondermijnt de sociale stabiliteit. Nederland moet zich niet blindstaren op een hoge economische groei als die niet omgezet wordt in toename van geluk. Feitelijk is sprake van een gemiste kans: het economisch herstel dankzij de aantrekkende wereldhandel heeft Nederland niet meer koopkracht gebracht. “De positieve input in de samenleving is gering gebleven.”

Opkomend nationalisme
Het afnemende gevoel van waardering of geluk onder de bevolking vertaalt zich in een politieke voorkeur voor nationalistische leiders en partijen. Economisch nationalisme verhardt de concurrentie met andere landen; handelsakkoorden komen op de tocht te staan. In India toont premier Modi zich een harde hindoenationalist tegenover een ‘minderheid’ van 250 miljoen moslims.

Nederland in de wereld
Resumerend voor Nederland zijn er twee grote geopolitieke ontwikkelingen waarop we ons – binnen de constellatie van Europese Unie – moeten instellen, aldus Holslag. Ten eerste de opkomst van China en de economische en militaire krachtmeting met de VS, die door Rusland en Turkije uitgespeeld wordt. Ten tweede de bevolkingsexplosie in Azië en Afrika. Die zorgt voor een hoge migratiedruk die generaties lang zal aanhouden.

Hoe gaan we met deze ‘uitdagingen’ om? Muren, hekken en prikkeldraad werken hooguit een generatie. Van de toevlucht tot de sterke leider – Poetin, Trump en Erdogan – valt nog te bezien of dit tot duurzaam sterke landen leidt. Nationalisme en dichtgooien van de grenzen is voor exportland Nederland überhaupt geen optie. De sterke afhankelijkheid van internationale stabiliteit maakt ons land kwetsbaar.

Tweedeling
Ook is er sprake van een dubbele tweedeling. De economische kracht concentreert zich in een klein stukje Nederland, Noord-Holland met name. Verder zien we een Holland van de grachtenpanden, de bakfietsen en de hipsters – de grote profiteurs van de globalisatie – versus het modale en minima-Nederland. In de welvarende steden zie je dat terug in een concentrische samenhang van politieke voorkeur en mate van welstand. Het dure centrum is overwegend GroenLinks en D’66, de welgestelde ring eromheen herbergt het electoraat van VVD en CDA, in de brede buitenste ring zijn PVV, Denk en FvD prominent vertegenwoordigd.

Een bijzonder probleem ziet Holslag in de satellietwijken (Vinex-wijken) die weinig tot geen lokale economische activiteit kennen en door pendellijntjes met de stad verbonden zijn. Deze wijken vertonen beperkte sociale cohesie, overdag is het er doods.

Vooruitgang voor iedereen
De veerkracht van Nederland zal vooral afhangen van de mate waarin het lukt “meer Nederlanders het gevoel te geven erop vooruit te gaan”. Wat vooruitgang voor mensen inhoudt, weten we uit sociologisch onderzoek heel goed. Het gaat om een doel in het leven, saamhorigheid, zelfontplooiing en ja, ook inkomen.

Concepten als mega city, smart city, financial hub en dergelijke zijn erg eenzijdig en beantwoorden niet aan wat mensen in de stad zoeken. “De essentie van de oplossing ligt juist bij de samenleving op mensenmaat.” In een onderzoek puur op basis van foto’s kozen Europeanen Amsterdam en Freiburg als ideale steden. Huizen zijn er niet te groot en te hoog. Er is evenwicht tussen bebouwing en groen, tussen monumentaal en menselijk. Tussen levendigheid en geborgenheid, tussen ordelijk en organisch et cetera.

Economisch decentraliseren
Terug naar de mensenmaat – met de Vlaamse term van Holslag – vraagt ook om economisch decentraliseren. In de satellietwijken moet lokale economie komen. Dit kan via een nieuw markt voor duurzame maakproducten ter vervanging van goedkope dumpproductie uit lagelonenlanden. En hoogwaardige landbouw aan de randen van de stad. Elke wijk een markthal. Open scholen die hun tentakels uitslaan. “Bouwen aan wijken moet gaan om het bezielen van bakstenen.” Publieke ruimte, sport, cultuur zijn hierbij onmisbaar.

Burgerschap en participatie zijn wat Holslag betreft de sleutel voor waardevolle gebieds- en projectontwikkeling. “We moeten economische groei in functie stellen van waarden. Zoals technologie in functie van mensen moet staan. Groei is het vermogen om zo volwaardig mogelijk mens te zijn. Bij de uitdaging om mooie, welvarende en nijvere steden te ontwikkelen moeten we aanknopen bij de humanistische traditie die Europa onderscheidt.”

De humanistische benadering impliceert volgens Holslag dus een meer ‘organische’ ontwikkeling van de stad. Een opmerkelijk geluid, want deze benadering is binnen het vakgebied juist alweer op z´n retour en nooit echt omarmd.

Rijk herbepaalt positie
Erik Jan van Kempen, programma-directeur-generaal Omgevingswet, BZK, verving minister Kajsa Ollongren, die door dringender zaken verhinderd was het NEPROM-congres via een videoverbinding toe te spreken. Het was niet de eerste last minute afzegging van een congres van deze minister. Heeft ze het wellicht te druk met onder andere die grote portefeuille Ruimte en Wonen? Hoe dan ook, er is veel gaande op dit beleidsterrein, met name met de Omgevingswet en de eruit voortvloeiende Nationale Omgevingsvisie (NOVI).

Het Rijk is zijn positie aan het herbepalen, stelde Van Kempen. En zoekt een activerende rol bij de woningbouwopgave: de 1 miljoen woningen die in 2030 afgeleverd moeten zijn. Vanwege het voorkeursbeleid voor binnenstedelijke verdichting is het zaak druk te houden op de transformatie van lastige gebieden, de oude haven- en industriegebieden. Een revolverend fonds voor binnenstedelijke transformatie is in de maak. Het ministerie wil marktpartijen daarin laten participeren.
BZK wil ook maatregelen nemen om de harde plancapaciteit in sommige gebieden te vergroten (tot 130% vindt Kamerlid Eric Ronnes). Via ‘versnellingswetgeving’ zullen procedures worden bespoedigd.

Structureel handelen vanuit een visie
Overhaast woningen uit de grond stampen onder impulsen van de hoogconjunctuur is echter ongewenst, waarschuwde de topambtenaar. “We moeten structureel handelen vanuit een visie.” Vanuit de overheid een grote visie zoals de Nationale Omgevingsvisie ontwikkelen, moeten we weer leren. Om effectief te zijn zal die visie bestuurlijk breed gedragen moeten worden.

Nieuw in de NOVI is de aanwijzing van perspectiefgebieden waar sprake is van een complexe verstedelijkingsopgaven. Beleid en investeringskracht worden daar gebundeld aangewend ten behoeve van snelheid en samenhang.

Verder zet het ministerie in op het opstellen van een Nationale Woonagenda in samenwerking met de hele breedte van de branche: van Woonbond tot Bouwend Nederland en van Aedes tot IVBN. Eventuele wetswijzigingen steunen dan op brede consensus.

Investeringsplan markpartijen
In het licht van de grote woningbouwopgave zijn veertien grote marktpartijen – verbonden aan NEPROM of IVBN – niet blijven wachten op overheidsbeleid maar hebben zij zelf een initiatief genomen. Vrucht daarvan is de compacte brochure Thuis in de Toekomst. Routekaart voor duurzame verstedelijking, de samenvatting van het uitgebreide onderzoek. De brochure werd aan het slot van zijn uiteenzetting door NEPROM-voorzitter Bart van Breukelen overhandigd aan Van Kempen.

Drie grote maatschappelijke opgaven: verduurzaming (energietransitie), woningbouw en verstedelijking, doen een beroep op de beschikbare ruimte en zijn daarin vaak ook concurrerend, stelde Van Breukelen. De routekaart zet in op een kwalitatieve koppeling van rood, groen en blauw, en energie. Ook mobiliteit wordt volledig in relatie met de woonontwikkeling gedacht. “Infrastructuur en OV zijn het skelet waarlangs verstedelijking moet plaatsvinden.”

De analyse is dat voor 2025 al 600.000 nieuwe woningen afgeleverd moeten zijn. “En u weet in ons vak: dat is morgen!” Er is een overwegende vraag naar appartementen in een stedelijke setting, maar toch gaat 45% van de vraag uit naar eengezinswoningen, voor een deel binnenstedelijk. Van de totale woningbouwopgave past 55% binnenstedelijk. 45% zal dus buitenstedelijk moeten. Ideologische discussie daarover heeft weinig zin. De woonvoorkeuren van mensen, de resterende tijd en de aanwezige capaciteit nopen om ook aan de randen van de stad en in de buitengebieden te bouwen.

Grenzen aan verdichting
De markpartijen verbinden zich aan energieneutrale nieuwbouwwoningen vanaf 2020. Autobereikbaarheid van woonwijken blijft belangrijk maar er zal ook ingezet worden op schone mobiliteit, zoals fiets, e-bike, OV en elektrische auto’s. Duurzame verstedelijking vergt ook gemengde woon-werkmilieus met voldoende voorzieningen. Van belang is dat de steden voldoende ruimte en lucht houden. Er zijn grenzen aan de verdichting. Het laadvermogen van de steden wordt beperkt door de acceptatie van bestaande bewoners en de capaciteit aan werk en voorzieningen (vooral openbaar vervoer).

Lokale bestuurders moeten koers houden
Versnelling van het ontwikkel- en bouwproces moet een prioriteit zijn. Tijdwinst valt te halen in de procedures. Wet- en regelgeving behoeft op dit punt aanpassing. Van belang is ook dat lokale bestuurders koers houden met plannen bij tegenwind van bewoners. Heroverwegingen kosten erg veel tijd. Zowel bij overheid als marktpartijen bestaat een fors tekort aan vakkundige menskracht. Extra mensen opleiden is urgent.

Geen tenders maar selecteren op kwaliteit
Gebiedsontwikkeling, zoals de bouw van nieuwe wijken en binnenstedelijke transformaties, is een zaak van lange adem. Doorlooptijden korter dan 10 jaar zijn er nauwelijks bij. Met het oog daarop garandeert gewone aanbesteding onvoldoende kwaliteit. Het verdient de voorkeur om marktpartijen te selecteren op kernkwaliteiten als visie en cultuur, financieel weerstandsvermogen en track record. Marktpartijen beloven daarbij transparantie over investeringen en rendementen; overheden dienen duidelijke publieke kaders te stellen en rolvast te blijven. Gedeelde ambitie en wederzijds vertrouwen is de basis om lange en soms moeilijke trajecten door te komen en tot een goed einde te brengen.

Gevraagd van het Rijk: 1 à 2 miljard per jaar
De ontwikkeling van nieuwe woon- en werkgebieden is een project van honderden miljarden. Marktpartijen zijn bereid daarvan een groot deel voor hun rekening te nemen met de verwerving van grond en opstallen. Maar terugkijkend naar de Vinex-operatie zal het Rijk ook ditmaal structureel miljarden moeten investeren. “Een revolverend fonds waarvan sprake is, is prima, maar laten we niet naïef zijn. Voor infrastructuur is over een periode van 10 tot 15 jaar 1 à 2 miljard euro per jaar nodig.”

Essaywedstrijd
Het ochtendprogramma werd afgesloten met de uitslag van de essaywedstrijd over het thema ‘Thuis in de Toekomst’. De 2e prijs was voor Merel Broeren (Blauwhoed) met het essay ‘Offline en toch verbonden’. “Een pleidooi voor vrijblijvende ontmoetingen in de wijken van morgen”, aldus het juryrapport. De 1e prijs ging naar Arjan Mulder (Victoria Consult) met een essay dat het thema als titel draagt. “Over thuis maken in onze ruimtelijke planning zonder in de val te trappen van segregatie, mede met behulp van technologie”, aldus de jury.

IJkpunt voor jezelf zijn
Na het middagdeel met parallelsessies werd de Dag van de Projectontwikkeling plenair afgesloten met twee out-of-the-box-presentaties. Angela van de Loo, directeur Target Point International, gaf wenken en aansporingen om in de toekomst ‘Thuis in je werk’ te blijven. Let wel, zei ze: 45% van de huidige banen verdwijnt, 35% van de huidige skills gaan veranderen. 70% van de huidige toppresteerders mist de kwaliteiten voor de toekomstige rollen!

Leren, afleren en opnieuw leren is de sleutel om gekwalificeerd te blijven. Een vergelijking tussen de negentiende-eeuwse schilders John Constable en William Turner zegt veel. De eerste gold als het grootste talent van zijn tijd maar zijn stijl en thematiek was idealiserend naar de natuur zoals toen gebruikelijk was. Constable is vergeten. Turner schilderde de natuur naar hoe hij die ervoer in zijn woeste kracht. Hij nam dus zichzelf als ijkpunt, hij was “thuis bij zichzelf”. Verguisd in zijn tijd, daarna als een van de grotere uit de schilderkunst gewaardeerd. “Durven wij ijkpunt voor onszelf te zijn?” En: “Je leert het meest out of your comfort zone. Van perspectief veranderen betekent dat je iets moet loslaten dat je dierbaar is.”

Intentie en gevoel
Je uit je comfortzone trekken, was ook de bedoeling van George Parker (kunstenaar, performer, wetenschapper en pragmaticus). In zijn ontregelende optreden werden aforismen afgewisseld met indrukwekkende goocheltrucs. Kern van zijn verhaal scheen: de ratio is niet beslissend daar waar verandering plaatsvindt. “Verandering kun je niet plannen, het gebeurt je.” “In de angst zit de kern van de verandering.” “Intentie en gevoel zijn sturend.”

Van sturen op input en throughput kan een organisatie overgaan op sturen op output. Je kunt dan met the speed of trust samenwerken. Er is nog een stap verder te zetten als ook de output niet vaststaat. Kwestie van ontdekkend samenwerken in een vloeiend project.

Bart van Breukelen sloot af met een overpeinzing. Hij hoopte dat de routekaart als een steen in de vijver zou werken, uiteraard. “Soms vraag je je na een congres wel eens af: heb ik vandaag echt iets geleerd? Maar vanmorgen even over tien bij het optreden van Kiki Schippers wist ik het al: Een nuttige dag!”

Tekst: Kees Hagendijk
Foto's: Ramon van Jaarsveld

https://intern.neprom.nl/Afbeeldingen/grote%20fotos/dvdp2018/bart-286.jpg

Tags