Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
21 maart 2018
Deur open voor baatafroming? De RvS spreekt
Op 16 maart jl. heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan over kostenverhaal; in dit geval via een exploitatieplan.
Op 16 maart jl. heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan over kostenverhaal; in dit geval via een exploitatieplan.

Op grond van de Wet ruimtelijk ordening zijn gemeenten verplicht bepaalde kosten die gemaakt worden bij de realisatie van een project via een exploitatieplan te verhalen op projectontwikkelaars en/of andere particuliere grondeigenaren, tenzij partijen over de verdeling van de kosten afspraken maken.

De volgende vraag staat centraal: hoe moeten kosten worden begroot voor de aankoop van grond voor een 'bovenwijkse voorziening'? Dit zijn voorzieningen waarvan meerdere gebieden profijt hebben, zoals bijvoorbeeld een ontsluitingsweg. Zijn de werkelijke kosten bepalend of gaat men uit van een getaxeerde waarde? In deze uitspraak oordeelt de Raad van State dat de taxatiebenadering geldt, ook als de gronden al zijn verworven voordat het exploitatieplan wordt vastgesteld.

Advies
Bijzonder, en waardevol is dat de Raad van State zes partijen - waaronder de NEPROM - gevraagd heeft advies uit te brengen in deze zaak. De NEPROM is destijds nauw betrokken geweest bij het traject richting de grondexploitatiewet/Wet ruimtelijke ordening. Het verzoek van de Raad van State om mee te denken is een goede manier om de rechtspraak te voorzien van achtergrondinformatie uit de praktijk.
               
De essentie van het NEPROM-advies is om een knip te maken tussen uitgeefbare en niet-uitgeefbare gronden. Bij niet-uitgeefbare gronden zouden de werkelijke kosten bepalend moeten zijn, omdat die - kort gezegd - geen opbrengstpotentie hebben. Dit onderscheid doet volgens de NEPROM het meeste recht aan het systeem van de Grondexploitatiewet, dat uitgaat van kostenverhaal en baatafroming niet toestaat (blijkens de Memorie van Toelichting).

“Hoewel voor deze uitleg goede argumenten zijn te geven” gaat de Raad van State hier uiteindelijk niet in mee.“Alles overziende beantwoordt de Afdeling de rechtsvraag aldus dat de raad de grondverwervingskosten van de Verlengde Mercuriusweg terecht heeft vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.13, vijfde lid van de Wro, derhalve de taxatiebenadering.”

Consequentie
Concreet gevolg is dat de gemeente Barneveld in deze zaak gedurende lange tijd, en in niet geringe mate, kan profiteren van de ‘waardestijging’ van een openbare weg die er al was, is en zal blijven. Dit op een manier die volgens de NEPROM niet in verhouding staat tot de werkelijk gemaakte kosten. De NEPROM heeft hierbij het belang van de consument /koper voor ogen, die de uitkomst terugziet in de prijs van de woning en er dus uiteindelijk voor betaalt.

Natuurlijk begrijpen wij dat het omgekeerde theoretisch net zo goed een keer het geval kan zijn; dat een gemeente grond met een openbare bestemming relatief duur aankoopt. Punt blijft dat er bij publieke voorzieningen geen opbrengsten voor marktpartijen tegenover staan.

Het is goed dit in het achterhoofd te houden, met name in het kader van onderhandelingen over kostenverhaal. Maatschappelijk gewenste projecten kunnen anders niet tot stand komen of niet over de kwaliteit beschikken die wij voor de consument nastreven.
https://intern.neprom.nl/Nieuwsafbeeldingen/projecten/grondexploitatie.png

Tags