Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
31 januari 2018
Europees Hof over Dienstenrichtlijn en detailhandel
Het Bestemmingsplan, de Dienstenrichtlijn en detailhandel. Hoe zit dat volgens het Europees Hof van Justitie? Onze senior jurist Nicolette Zandvliet bespreekt een belangrijke casus.

Het Bestemmingsplan, de Dienstenrichtlijn en detailhandel. Hoe zit dat, volgens het Hof van Justitie? Nicolette Zandvliet (Senior jurist NEPROM) bespreekt een belangrijke casus waarover het Europees Hof van Justitie onlangs enkele vragen heeft beantwoord

Casus
Visser (Vastgoed Beleggingen BV) is het er niet mee eens dat zij haar winkelpand aan het Woonplein in Appingedam niet mag verhuren aan Bristol (discountketen voor schoenen en kleding). Het geldende bestemmingsplan zou in de weg staan. Op het Woonplein - gelegen buiten het bestaande winkelgebied in het stadscentrum - is alleen ‘volumineuze’ detailhandel toegestaan. Visser voert onder andere aan dat de bestemmingsplanregel(s) in strijd is/zijn met de Europese Dienstenrichtlijn; specifiek het daarin opgenomen recht op vrije vestiging van dienstverrichters.

Vragen aan het Hof van Justitie
De Raad van State heeft het Europees Hof van Justitie daarover zes vragen gesteld. De belangrijkste elementen daaruit zijn: is detailhandel die bestaat uit de verkoop van goederen, zoals schoenen en kleding, aan consumenten, een dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn? En zijn relevante bepalingen daarmee van toepassing? Ook als de regel alleen binnen Nederland zijn uitwerking heeft? Of moet er sprake zijn van een grensoverschrijdend aspect?

Geldt dat ook voor bepalingen zoals die hier aan de orde zijn; eigenlijk tot behoud van de leefbaarheid van het stadscentrum en ter voorkoming van leegstand in binnenstedelijk gebied? Gaat het hier om een eis in de zin van de Dienstenrichtlijn? Of betreft het de ‘ruimtelijke ordening’? En als het onder de Dienstenrichtlijn valt, zijn dergelijke eisen dan toegestaan op grond van de Dienstenrichtlijn?

Uitspraak
Het Hof van Justitie heeft besloten dat er hier sprake is van een dienst waarop de Dienstenrichtlijn van toepassing is. Deze is ook van toepassing in een situatie waarvan alle relevante aspecten zich binnen één lidstaat afspelen. De Dienstenrichtlijn staat niet in de weg van een verbod op niet-volumineuze detailhandel in geografische gebieden buiten het stadscentrum, mits voldaan is aan alle in artikel 15, lid 3 van de richtlijn genoemde voorwaarden. Die zien op non-discriminatie, noodzakelijkheid en evenredigheid. 

Vervolg
De rechtszaak gaat nu weer terug naar de Raad van State, die de zaak met behulp van deze antwoorden definitief af gaat doen. Het wachten is dus nog op de Nederlandse einduitspraak.

Voor zover nodig doen gemeenten er met het oog op deze uitspraak ondertussen wel goed aan om bij het maken van het bestemmingsplan en de onderliggende motivering de drie bovengenoemde voorwaarden (non-discriminatie, noodzakelijkheid en evenredigheid) goed in ogenschouw te nemen.

https://intern.neprom.nl/Nieuwsafbeeldingen/jan-fokkema/nicolette.jpg

Tags