Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
25 april 2017
Op een bedje van specie
Jan Fokkema blogt: "De ambachtslieden plaatsen de stenen voorzichtig op het bedje van specie, geven het liefkozend een laatste corrigerend zetje en pakken de volgende steen."

Jan Fokkema drijft de spot met de in zijn ogen doorgeschoten zucht naar beleving in zijn nieuwste column in Cobouw.

Halfzeven ’s-ochtends. Ik roei mijn twintig minuten. Onderwijl kijkend naar de tv, waar twee dikke mannen met kale koppen en brillen gewichtig doen over wijn. Ze lopen tussen druivenstruiken, breed gebaren makend over in nevel gehulde hellingen, ze begraven op welhaast rituele wijze koehoorns gevuld met koemest, proeven gewichtig van allerlei soorten wijnen en hebben het over puur natuur. M’n gedachten dwalen weg.

Een stoere man, gebruind, enorme bicepsen met tatoeages pakt een baksteen op. Hij streelt het ruwe oppervlak liefkozend. Wijst zijn metgezel op de kleurverschillen, de onregelmatigheden. De diep bruine, blauwe en gele aardetinten.

Ze hebben het over hoe de klei jarenlang op de bodem van de bochten van de traag stromende rivier is afgezet, hoe door verschillen in temperatuur en neerslag en door verschillen in vegetatie verschillende kleisoorten ontstonden. Over het vakmanschap om de goed kleisoorten te vinden en te mengen. Niet te weinig en niet te veel; jarenlang ambacht gaat daar in verscholen, overgebracht van vader op zoon.

Lokaal gekapt eiken
Ze hebben het over originele, handgemaakte ovens, gestookt met lokaal gekapt eikenhout. We zoomen even in op zo’n oud ovencomplex in de uiterwaarden van een oer-Hollandse rivier. Dezelfde mannen lopen gebaren makend de oven in. Ze wijzen op de manier waarop de hard geworden kleibrokken in de oven gestapeld staan, ze vertellen over de lange traditie van het stenenbakken, over waar de bomen groeien die voor het aanmaakhout in stukken gehakt worden, hoe lang het hout moet drogen, hoe het hout van kleine naar grote stukken in de oven rondom de stenen moet worden opgetast,  en hoe door verschillen in temperatuur in de oven de stenen allemaal hun eigen karakter, uiterlijk en kleuren krijgen. 

Grenenhouten steigers
We zien de mannen weer staan op de grenenhouten steigers, die met grenenhouten palen omhoog worden gehouden. Ze scheppen de specie uit een houten bak, vertellen hoe de specie met tot cement gebrande schelpkalk is klaargemaakt. Niet te nat en niet te droog. Hoe de specie zich hecht aan de steen, hoe in de loop der jaren de voeg vergruist en ruimte biedt aan schimmels, mossen en plantjes. Hoe het ambachtelijk gemetselde huis zich na verloop van jaren verbindt en één wordt met moeder natuur.

De ambachtslieden plaatsen de stenen voorzichtig op het bedje van specie, geven het liefkozend een laatste corrigerend zetje en pakken de volgende steen. Wijzen op het grillig verloop van de kleurenslierten door de stenen, delibereren langdurig welk deel van de steen aan de buitenkant van het huis zal komen en welk deel binnen. Vertellen uitvoerig over verschillende metselverbanden en de oorsprong en functie daarvan. 

Pannenbier
En door gaat weer. Een volgend beeld is dat de gespierde bouwvakkers het zweet van hun voorhoofd vegen met de binnenkant van hun pols en dat ze donkergeel schuimend pannenbier hun keel in laten glijden. Hun hand gaat langs de ruwe roodbruin gekleurde dakpannen, zoeken hun weg over het zacht golvende metseloppervlak. Trots slaan ze elkaar op de schouders. 

Een laatste beeld als de glunderende bewoners de sleutels uit handen van de gebronsde bouwvakkers ontvangen. Hun ambachtelijk gebouwde huis voor de eeuwigheid ingaan. De kinderen volgend op gepaste afstand, hun mond hangt open, ze staren naar de stoere bouwvakkers. Wonen is een beleving, die je hele leven lang duurt. En het leven van de volgende bewoners.

Wat een machtig gaaf beroep hebben wij. Eén met moeder natuur.

https://intern.neprom.nl/Nieuwsafbeeldingen/jan-fokkema/jan-fokkema1-286.jpg

Tags