Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
30 juni 2011
Weigering nieuwe winkels sterk beperkt
Uitspraak Europees Hof van Justitie verscherpt inzicht in mogelijkheden vestigingsbeleid: vestiging van winkels kan niet worden geblokkeerd op basis van economische motieven.

Vestiging van winkels kan niet worden geblokkeerd op basis van economische motieven, zo oordeelde het Europese Hof van Justitie onlangs. Dat kan verstrekkende consequenties hebben voor retailontwikkelingen. Iskander Haverkate, advocaat bij Gijs Heutink Advocaten, verschaft voor de NEPROM meer helderheid over deze uitspraak van het Europese Hof van Justitie.

“Het Hof neemt als uitgangspunt dat wanneer een vergunning nodig is voor het openen van een winkel per definitie de vrije vestiging wordt beperkt. Die beperking moet worden gerechtvaardigd, anders is hij verboden. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat redenen van ruimtelijke ordening en milieubescherming een dergelijke beperking kunnen rechtvaardigen, zoals de verkeersaantrekkende werking van grote winkels buiten de bebouwde kom.”

“Als een winkel zonder vergunning zou mogen worden gebouwd en achteraf komt vast te staan dat de ruimtelijke ordening en het milieu gevaar lopen, dan is die situatie moeilijk terug te draaien, zo oordeelt het Hof vrij vertaald. De autoriteiten moeten echt goed gemotiveerd aantonen dat het noodzakelijk is om de vestiging van winkels te beperken en niet alleen stellen dat die beperking voortvloeit uit redenen van ruimtelijke ordening. Spanje heeft die noodzaak overigens niet aangetoond.”

“De Spaanse vestigingsregels die in het geding waren vereisten verder dat er onderzoek wordt gedaan naar de beschikbare marktruimte en de effecten van de komst van nieuwe winkels op de bestaande winkels. Hier heeft Spanje zich verweerd met de stelling dat deze regels onder meer de consumentenbelangen beogen te beschermen. Dat argument heeft het Hof van Justitie duidelijk verworpen. Het Hof stelt dat hier juist sprake is van kijken naar de consequenties voor de bestaande handel en de structuur van de markt en niet van consumentenbescherming. Hetzelfde geldt volgens het Hof voor het verplichte marktonderzoek en het gegeven dat bij te grote vestigingsdichtheid en te grote gevolgen voor de bestaande winkels geen nieuwe winkels mogen worden geopend. Dit zijn zuiver economische overwegingen volgens het Hof en zij kunnen geen beperkingen in de vestiging van winkels rechtvaardigen.”

Wat moeten gemeenten hier mee?
“Gemeenten hebben veel minder mogelijkheden om de vestiging van winkels geheel in eigen regie te houden dan zij denken en graag zouden willen. De Nederlandse regelgeving verbiedt ook dat de verlening van een vergunning voor winkels afhankelijk wordt gesteld van het resultaat van onderzoek naar de economische gevolgen van de komst van die winkel, zie artikel 1.1.2. Besluit ruimtelijke ordening en artikel 14, lid 5 van de Dienstenrichtlijn. Het probleem is dat de gemeentes dat artikel vaak helemaal niet kennen en de Dienstenrichtlijn ook niet. Ook is nauwelijks bekend dat de Dienstenrichtlijn ook geldt voor specifieke eisen die aan de vestiging van winkels en horeca worden gesteld. Dat maakt discussies daarover in de praktijk vaak erg lastig. Bovendien nemen regelingen van het Rijk en provincie ook nog steeds als uitgangspunt dat nieuwe detailhandel niet ten koste mag gaan van bestaande detailhandel, maar dat soort regels is gewoon verboden.”

“In concrete gevallen lukt het vaak wel om gemeentes uit te leggen dat ze winkels niet in aard en omvang mogen beperken. Er is mij door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie al eens een voorlichtingsronde van de gemeentes beloofd, maar in de praktijk is daar erg weinig van te merken. De ontwikkelaars moeten daar zelf mee aan de slag.”

Is dit nou positief of negatief voor projectontwikkelaars?
“Deze uitspraak maakt duidelijk dat voor het bepalen of nieuwe winkels mogen worden gevestigd marktonderzoeken niet zijn toegestaan. Je mag ook geen rekening houden met de gevolgen voor bestaande winkels. Dergelijke economische motieven mogen de vestiging van nieuwe winkels niet in de weg staan. Het lijkt mij in het belang van iedereen die in die markt opereert dat discussies over marktruimte en beperkingen tot het verleden zullen gaan behoren.”

“Er zit ook wel een keerzijde aan het verhaal. Voor ontwikkelaars die net een ontwikkeling hebben opgeleverd, wordt het dus ook heel moeilijk om aan de afnemers en huurders van winkelruimte te garanderen dat zij de komende jaren niet hoeven te vrezen voor de komst van concurrerende winkels in de nabije omgeving. Die winkels kun je op grond van de gedachtegang van het Europese Hof van Justitie niet meer weren wegens gebrek aan marktruimte.”

Wij nemen als NEPROM deze inzichten mee in het de formulering van onze nieuwe detailhandelsvisie. Op moment van deze publicatie zijn wij onze visie aan het herzien. Duidelijk is dat projectontwikkelaars met deze regels voor vestigingsbeleid van retail aan de slag moeten.

Voor vragen en meer informatie over de uitspraak van het Europees Hof van Justitie kunt u contact opnemen met Nicolette Zandvliet, beleidsmedewerker juridische zaken. Voor vragen en informatie over onze detailhandsvisie kunt u terecht bij Margriet Schepman, beleidsmedewerker commercieel vastgoed.

https://intern.neprom.nl/Nieuwsafbeeldingen/overig/justitie286.jpg

Tags