Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
15 oktober 2020
Wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering
Een nadere duiding van het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering door Nicolette Zandvliet van de NEPROM.

Minister Schouten heeft het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering ingediend bij de Tweede Kamer. Schouten heeft aangedrongen op een spoedige behandeling. In dit artikel willen we je informeren over de voortgang en inhoud. Daarnaast willen we het voorstel vanuit de NEPROM van duiding voorzien.

Planning en politiek speelveld
Gehoopt wordt, dat het voorstel dit jaar nog in de Tweede Kamer behandeld wordt. Als het daar aangenomen wordt, gaat het vervolgens naar de Eerste Kamer. De Minister hoopt de behandeling dit voorjaar en voor de verkiezingen af te ronden. Staten-Generaal bepalen de voortgang.

Met name in de Eerste Kamer wordt het politiek spannend of het voorstel van de Minister op voldoende steun kan rekenen, ook vanuit de oppositie. Met name de vraag of het voorstel ver genoeg gaat is daarbij bepalend. In de Tweede Kamer loopt daarnaast een initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks over hetzelfde onderwerp. Daarin ligt het ambitieniveau qua stikstofreductie en natuurverbetering hoger. Ook daarin is veel aandacht voor de woningbouw en ruimte voor een vrijstelling.

De Algemene Maatregel van Bestuur die bij het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering hoort, gaat zo spoedig mogelijk richting de Staten-Generaal. Hoogst waarschijnlijk volgt eerst nog een openbare consultatieronde over het ambtelijk concept. Over de inhoud en het belang van de AMvB volgt onderstaand meer informatie. 

Inhoud
Het voorstel omvat drie belangrijke elementen. Ten eerste bevat het een resultaatsverplichting om stikstofdeposities in 2030 onder de kritische depositiewaarde te brengen op 50% van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.

Art. 1.12a bepaalt:

  1. In 2030 is de depositie van stikstof op ten minste 50% van het areaal van de voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden niet groter dan de hoeveelheid in mol per hectare per jaar waarboven verslechtering van de kwaliteit van die habitats niet op voorhand is uit te sluiten.
  2. De in het eerste lid bedoelde omgevingswaarde is een resultaatverplichting.

Ten tweede komt er geheel in lijn met de nieuwe Omgevingswet een programma stikstofreductie en natuurverbetering. Dat is een lijst met maatregelen om tot het afgesproken doel te komen. Het programma is een nieuw instrument onder de Omgevingswet. Er worden financiële middelen ter beschikking gesteld om die maatregelen (deels) te bekostigen. 

Art. 1.12 b luidt:

1.     Onze Minister stelt een programma stikstofreductie en natuurverbetering vast:

  1. voor het verminderen van de depositie van stikstof op voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000- gebieden om te voldoen aan de omgevingswaarde, bedoeld in art. 1.12a, eerste lid; en
  2. voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen voor de in onderdeel a bedoelde habitats.

2.     In het programma worden tussentijdse doelstellingen opgenomen met het oog op:

  1. het tijdig voldoen aan de omgevingswaarde;
  2. de in het programma opgenomen maatregelen voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen.

3.     De in het tweede lid bedoeld doelstellingen zijn inspanningsverplichtingen.​

Ten derde geldt een partiële vrijstelling op de (natuur)vergunningplicht voor kleine, tijdelijke deposities tijdens de sloop- en bouwfase. Dus niet voor de gebruiksfase. Dit is wat de NEPROM met andere stakeholders geruime tijd bepleit heeft. Afgelopen najaar hebben wij gezamenlijk een in onze opdracht door Sweco uitgebrachte wetenschappelijke onderbouwing overhandigd aan de heer Knops.

Art. 2.9 a geeft aan:
De gevolgen van de stikstofdepositie op Natura-2000 gebieden die wordt veroorzaakt door bij algemene maatregel van bestuur aangewezen activiteiten van de bouwsector, worden buiten beschouwing gelaten voor de toepassing van artikel 2.7, tweede lid. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld. ​

Het advies van de Raad van State is om deze vrijstelling te voorzien van een pakket aan structurele en geloofwaardige maatregelen tot stikstofreductie. De haalbaarheid en houdbaarheid staan of vallen met de totstandkoming en uitvoering hiervan. De NEPROM is daarom bereidt aan de verdere uitwerking mee te denken en werken. Opvallend is dat de Raad van State negatief adviseerde op het voorgelegde concept, dat kennelijk een drempelwaarde bevatte. Omdat het onderwerp cumulatie (stapeling van uitstoot) kennelijk vragen oproept. De Rijksoverheid heeft het ontwerp hier vervolgens op aangepast.

Algemene maatregel van bestuur
In bovengenoemde AMvB worden de activiteiten benoemd die onder de vrijstelling vallen. Dat zal om tijdelijke activiteiten gaan met geringe uitstoot in de aanlegfase. Over eventuele nadere regels is ons nog niets bekend op het moment van afronding van dit artikel. De politiek kan daar ook nog invloed op uitoefenen door het indienen van moties en amendementen.

Structurele aanpak of ongefundeerd voorstel?
De NEPROM vindt dat het voorstel een oplossing biedt om de woningbouw en bijbehorende vergunningverlening uit het slop te trekken. Het is goed dat die nu in zicht lijkt, geruime tijd nadat de relevante uitspraken zijn gedaan. Voor de gebruiksfase en infrastructuur biedt het voorstel nog onvoldoende oplossing. Het is goed als daar nog de benodigde aandacht aan besteed wordt.

Meer informatie
Lees meer over dit onderwerp op de website van de Rijksoverheid.  

 

https://intern.neprom.nl/Afbeeldingen/nieuwsbrief/tweede%20kamer.jpg, https://www.neprom.nl/Afbeeldingen/nieuwsbrief/tweede%20kamer.jpg

Tags