Skip Navigation LinksNieuws

Nieuws
27 augustus 2013
Het failliet van de stadsverwarming
Jan Fokkema blogt over de problematiek van de stadsverwarming: het verplicht aansluiten van woningen op grootschalige warmtenetten van elektriciteitscentrales heeft grote nadelen.

Ruim een week geleden werd bekend dat E.ON een aantal onrendabele elektriciteitscentrales gaat sluiten die ‘afval’-warmte leveren aan tienduizenden woningen. De woningen raken daarmee hun voorziening voor ruimteverwarming en warmwater kwijt en dat geeft aanzienlijke problemen.

Er zal fors geïnvesteerd moeten worden om de woningen óf aan te sluiten op een andere collectieve warmtevoorziening óf aan te sluiten op het gasnet en te voorzien van individuele combi-ketels. Welke oplossing ook gekozen wordt, het zal gaan om omvangrijke investeringen die zichzelf niet snel terugverdienen en waarmee de eigenaar van de woning op hoge kosten wordt gejaagd. En wellicht ook de belastingbetaler, als voor de ombouw SDE+subsidies beschikbaar worden gesteld, die uit de energiebelasting worden betaald. Hiermee wordt in één keer duidelijk dat het verplicht aansluiten van woningen op grootschalige warmtenetten van elektriciteitscentrales grote nadelen kent en zijn langste tijd heeft gehad.

Lange tijd leek stadsverwarming een ideale manier om laagwaardige afvalwarmte van elektriciteitscentrales te benutten voor het verwarmen van woningen en daarmee tegelijkertijd het milieu een goede dienst te bewijzen. Dat heeft geleid tot een wettelijke aansluitplicht voor woningen op warmtenetten. Nieuwe woningen zijn echter in een hoog tempo steeds energiezuiniger geworden, waardoor aansluiting op een warmtenet steeds minder zinvol wordt. Hoogtijd om die aansluitplicht af te schaffen.

Elektriciteitscentrales leveren warm water met een hoge temperatuur, ongeveer 120 graden Celsius. Daardoor kan in de aangesloten woningen met relatief kleine radiatoren worden volstaan, omdat de huizen daarmee toch wel warm worden gestookt. Bovendien mogen nieuwe woningen die aangesloten worden op een warmtenet, wettelijk volstaan met een lager isolatieniveau, omdat de wetgever er vanuit gaat dat de ‘afval’-warmte bijdraagt aan de CO2-reductie. Bewoners wordt vervolgens tot in lengte van dagen voor de ‘afval’-warmte een zelfde tarief in rekening gebracht als wat ze anders kwijt zouden zijn geweest aan gas. En bij de bouwer wordt een zeer hoog aansluittarief voor de verplichte aansluiting op het warmtenet in rekening gebracht, dat versluierd in de koop- of in de huurprijs voor een belangrijk deel uiteindelijk weer door de bewoner wordt betaald.

De NEPROM is, samen met haar partners in het Lente-akkoord Energiezuinige Nieuwbouw, van mening dat de verplichte aansluiting op het warmtenet achterhaald is en zo snel mogelijk moet verdwijnen. Nieuwe woningen worden tegenwoordig tegen scherpe prijzen voorzien van uitstekende isolatie- en kierdichtingsvoorzieningen en van installaties die gebruik maken van lage temperatuurverwarming en warmteterugwinning, waardoor het energiegebruik en de kosten veel lager liggen dan bij aansluiting op een grootschalig warmtenet.

Het kabinet zou er volgens de NEPROM goed aan doen de verplichting van een aansluiting op een warmtenet helemaal te schrappen voor woningen met een EPC=0,4 of beter. Daarmee is het milieu beter af en het scheelt de bewoners op termijn veel geld. Warmtenetten zijn prima voor de industrie, voor de glastuinbouw of voor andere grootschalige toepassingen, maar de tijd van warmtenetten voor de nieuwbouw is voorbij. De kostbare gevolgen van het sluiten van de E.ON-centrales onderstrepen die conclusie. Kabinet, kom in actie!

https://intern.neprom.nl/Nieuwsafbeeldingen/jan-fokkema/jan-fokkema1-286.jpg

Tags